hoe bereken je de inhoud

De manier waarop je de inhoud berekent, hangt af van de vorm van het voorwerp.

Voorwerpen met een vaste vorm

Voorwerpen met een vaste vorm, zoals een kubus, cilinder of bol, hebben een vaste inhoud. De inhoud van deze objecten kun je berekenen met de volgende formules:

  • Kubus: inhoud = lengte * breedte * hoogte
  • Cilinder: inhoud = π * r² * h
  • Bol: inhoud = 4/3 * π * r³

Voorwerpen met een variabele vorm

Voorwerpen met een variabele vorm, zoals een zak, fles of vat, hebben een variabele inhoud. De inhoud van deze objecten kun je berekenen door de hoeveelheid vloeistof of gas in het object te meten.

Voorbeelden

  • Een kubus met een lengte van 5 cm heeft een inhoud van 125 cm³.
  • Een cilinder met een straal van 2 cm en een hoogte van 10 cm heeft een inhoud van 502,65 cm³.
  • Een bol met een straal van 3 cm heeft een inhoud van 28,26 cm³.

Speciale gevallen

In sommige gevallen is het nodig om de inhoud van een voorwerp te berekenen op basis van andere gegevens.

  • De inhoud van een prisma kun je berekenen met de formule: inhoud = basisoppervlakte * hoogte.
  • De inhoud van een piramide kun je berekenen met de formule: inhoud = 1/3 * basisoppervlakte * hoogte.
  • De inhoud van een kegel kun je berekenen met de formule: inhoud = 1/3 * π * r² * h.

Als je de inhoud van een voorwerp wilt berekenen, is het belangrijk om eerst de juiste formule te kiezen.


Comments

اترك تعليقاً

لن يتم نشر عنوان بريدك الإلكتروني. الحقول الإلزامية مشار إليها بـ *